
“Werken bij het COA voelt als een droom die uitkomt”
Het is niet vreemd dat Kamar Kabakibi uit Syrië sociologie studeerde en een docentmasterdiploma op zak heeft. Ze heeft ‘iets’ met mensen. Bijna vijf jaar geleden ontvluchtte ze vanwege de oorlog haar moederland. Sindsdien zat ze niet stil en is ze direct intensief begonnen met het leren van de Nederlandse taal en cultuur. “Het leren van de taal is de basis voor de kans op een baan”, zegt Kamar.
Droombaan
“Ik werk heel graag met mensen. Mijn contactpersoon bij de gemeente Veendam wees me op de functie van woonbegeleider bij het COA. Ik dacht: dat is te mooi om waar te zijn. Toen bleek dat ze ook nog het liefst iemand zochten die sociologie heeft gestudeerd, Arabisch spreekt en ervaring heeft met vluchtelingen, kwam een droom uit. Ik bezocht de voorlichtingsbijeenkomst van Werk in Zicht over werken bij het COA. Via Start People kon ik per 1 januari aan de slag. Echt super!”
Mooi voorbeeld
“Kamar is een prachtig voorbeeld van hoe wij statushouders in onze maatschappij kunnen laten participeren”, zegt Annika Poelsma, HR-medewerker bij Start People. “Zeker nu er zoveel krapte op de arbeidsmarkt is, is het van belang dat we met Werk In Zicht als professionele arbeidsbemiddelaar initiatieven ontplooien. Samen met WIZ-adviseur Bouktje van Zonneveld, hebben we de voorlichtingsbijeenkomst Werken bij het COA opgezet. Het is belangrijk dat we statushouders een kans bieden op de arbeidsmarkt, of dat nu via een proefplaatsing, opleiding of rechtstreekse bemiddeling verloopt. Veel statushouders zijn sinds de grote instroom in 2015 nu arbeidsmarktrijp. We zijn druk bezig om het uitplaatsen van deze doelgroep een regulier karakter te geven en met deze mensen in gesprek te komen. Wij hebben een groot netwerk aan opdrachtgevers en kunnen rekenen op de arbeidsbemiddelende expertise van Werk In Zicht”, zegt Annika.
Eerste indruk
Als woonbegeleider is Kamar verantwoordelijk voor de eerste vier begeleidingsdagen van na-reizigers bij het COA in Ter Apel. “Ik ben zelf vluchteling geweest en weet welke vragen en zorgen leven onder deze mensen op het moment dat ze bij het COA komen. Ze zijn in het begin vaak bang. Dan is de eerste indruk die ze krijgen van een land heel belangrijk. Door een glimlach en aandacht te geven aan hun kinderen, voelen ze zich welkom.”
Taal en thuis
Kamar benadrukt het belang van het leren van de Nederlandse taal. “Ik spreek uit ervaring als ik zeg dat Nederlands een moeilijke taal is voor vluchtelingen. Als je de taal beheerst, voel je je sneller thuis in het gastland en heb je eerder kans op werk. Ook leer je de cultuur beter kennen, je begrijpt humor en grapjes. Ik leer nu Tigrinya, de taal die wordt gesproken in Eritrea. Zo kan ik goed communiceren met vluchtelingen uit dit land en merk ik dat ik kan bijdragen aan hun thuisgevoel.”
De talenknobbel van Kamar levert ook uiterst grappige situaties op. “Arabisch is mijn moedertaal. Laatst probeerde ik in het Engels iets uit te leggen aan Syrische mensen. Ze hadden niet door dat ik uit Syrië kwam en begrepen me niet helemaal, dus schakelde ik over op Arabisch. Ze vroegen me verbaasd: Waar heb je dat geleerd?”